Zondagavond

Plaats van handeling: een appartement aan de Churchilllaan in Amsterdam. Tijd: september, begin jaren negentig. Personages: Robert Blauwhuis, weduwnaar; Freeke, zijn dochter; Mila Salomons, de vrouw die hij in de oorlog in veiligheid heeft gebracht. De vrouwen mijden elkaar als waren zij rivalen in de liefde. ‘Je kunt je dankbaarheid niet in een gat gooien,’ schrijft Robert in een brief aan zijn dochter. Hij heeft zijn leven lang verzwegen wat er gebeurd is toen hij als tweeën twintigjarige student Mila, toen nog een baby, naar een onderduikadres bracht. Door een gelukkige samenloop van omstandigheden – ‘of moet ik het een wonder noemen? ‘ – heeft hij haar kunnen redden. Op een zondagavond lukt het hem eindelijk zich uit te spreken. Hij beseft nog maar nauwelijks wat hij al pratende heeft ontdekt, als hem iets overkomt wat hem opnieuw de mond snoert. Dan zijn de vrouwen aan elkaar overgeleverd, en hij aan hen.

Stemmige, bedachtzame vertelling over schuld, berouw, biecht en verlossing (…) zo helder dat ook de ongelovigste lezer er door geraakt zal worden.’ – Trouw

’Ronduit meesterlijk is de apotheose.’ – De Volkskrant

‘Met empathisch vermogen, oog voor detail (…) Verrassend en intrigerend.’ – Arjen Fortuin, NRC

‘Weet als geen ander met weinig woorden veel te zeggen.’ – Lies Schut, De Telegraaf