Flitsrecensie ‘Gesprekken op maandag’ door Ger Groot

Soms vraag je je af waarom vroeger eeuwen zo bitter theologisch gesteggeld hebben – over niks. Neem de eucharistie: brood wordt lichaam. Wat dat wilde zeggen heeft vrijwel niemand ooit begrepen. Alleen dat het niet slechts een teken was, vonden de katholieken. Ja, het is juist wel een teken, zeiden de protestanten.

In haar gesprekken met de inmiddels overleden priester Nico de Gooijer raakt ook schrijfster Vonne van der Meer die kwestie even aan. Zeven maandagochtenden spraken ze over de sacramenten: wat betekenen ze, wat gebeurt er precies bij, hoe worden ze voltrokken?

Vooral De Gooijer betoont zich er een nuchter verteller in. Meer dan menige theologische verhandeling  laat hij zien wat het katholieke geloof praktisch nu wel en niet voorstelt. Verplichte literatuur voor godsdienstcritici dus, die zich nogal eens baseren op overtrokken fantasietjes.

Vooral het humanisme van al die riten springt in het oog. Met scholastiek heeft De Gooijer niet veel op: ‘De waarde zit niet in de moleculen [van brood en wijn] maar in wat het geworden is als teken,’ zegt hij over de eucharistie. Een symbool, iets menselijks dus. Maar menselijkheid is meer dan vernuft of ontmaskering. En dus volgt er direct op: ‘Je moet daar met de grootste eerbied mee omgaan.’ Want een symbool overstijgt het utilitaire; je kunt er niet mee doen wat je wilt.

Wijsheid schuilt vaak in eenvoud; daar is dit boekje een mooi voorbeeld van. Het laat zich gemakkelijk in het belachelijke trekken, maar waarom zou je dat doen? Ook niet-gelovigen ontkomen niet aan de taal van het symbolische gebaar, dat als gebeurtenis vaak nog belangrijker is dan het woord. Soms is de religieuze praktijk aanstekelijk aards, met alle meerwaarde die het ondermaanse in zich bergt.

Deze bespreking verscheen op 10 juli 2022 en is hier te bekijken.